Honden

 

Blindengeleidehonden zijn niet alleen levenspartners, het zijn ook assistentiehonden. Ze zijn speciaal getraind om blinden en slechtzienden veilig doorheen het verkeer en langs obstakels te leiden. We spreken dan over zaken zoals containers, stoepborden, laaghangende takken, verkeersborden, verdwaalde vuilniszakken en zo kunnen we wel nog even doorgaan. Het is de bedoeling dat de gebruiker en de hond overal veilig langs en onderdoor kunnen.

Een blindengeleidehond kent een aantal trajecten naar locaties die voor de gebruiker belangrijk zijn zoals de bakker, de slager, hun werklocatie of de supermarkt. Een bekend misverstand is dat blindengeleidehonden overal de weg zouden weten. Maar niets is minder waar! De blinde moet zelf de route kennen en de hond sturen met commando’s. Tijdens die route wijst de hond op bepaalde punten, zoals: stoepranden, zijstraten, wijziging van hoogtes… Daarnaast kunnen een aantal commando’s gebruikt worden om de hond bepaalde zaken te laten aangeven. We denken dan aan: zoek het zebrapad, de trap, een deur, een zitplaats en talloze andere zaken. Op plaatsen waar de hond vaak komt, weet die echter zelf de weg. Een geleidehond mag tijdens zijn werk niet gevoerd of geaaid worden, dat zorgt voor afleiding van zijn werk. Het afdoen van de beugel is voor het dier een moment van rust en vrije tijd.

Eén van de belangrijkste taken van een blindengeleidehond is zijn intelligente ongehoorzaamheid beheersen. Kort gezegd: een geleidehond weigert een commando als dat gevaar oplevert voor hem en zijn baas.